De DMT meet niet of kinderen kunnen lezen

Op veel basisscholen wordt de Drie-Minuten-Test (DMT) gebruikt om het leesniveau van de leerlingen te bepalen. De DMT is een test waarin kinderen in drie keer een minuut zoveel mogelijk woorden van drie verschillende leeskaarten (die oplopen in moeilijkheid) moeten lezen. Des te meer woorden kinderen correct lezen, des te beter kunnen ze lezen. De vraag is alleen, is dat wel zo? In deze blog formuleer ik drie argumenten waarbij ik het gebruik van de DMT ter discussie wil stellen.

Mijn eerste argument is dat het lezen van losse woordjes echt iets anders is, dan het lezen dat we dagelijks doen, namelijk het lezen van teksten. In tegenstelling tot het lezen van losse woordjes kunnen kinderen bij het lezen van teksten gebruik maken van de kenmerken van de tekststructuur, de inhoud van de tekst en hun voorkennis over die inhoud om de tekst vlot te kunnen lezen. Het lezen van losse woordjes is daarom een stuk lastiger. Het is dan ook goed mogelijk dat een kind dat laag op de DMT scoort, toch op voldoende niveau teksten kan lezen.

Mijn tweede argument om de DMT ter discussie te stellen, is dat een lage score op de DMT het oefenen van het lezen van losse woordrijtjes uitlokt (zoals bijvoorbeeld het ‘race-lezen’ en het lezen van (digitale) flitswoorden). Het oefenen van losse woordrijtjes heeft echter amper effect op de uitslag van de DMT. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat kinderen die woordrijtjes oefenen wel de geoefende woorden sneller gaan lezen, maar ongetrainde woorden niet (Berends & Reitsma, 2006; Struiksma, van der Leij & Stoel, 2009).

Het laatste argument dat ik in zou willen brengen, is dat bij het lezen van teksten andere en soms tegengestelde vaardigheden gevraagd worden dan bij het lezen van losse woorden. Zo moeten kinderen bij het lezen van teksten bijvoorbeeld in het juiste tempo lezen (en niet erg snel zoals bij ‘race-lezen’) en is de intonatie essentieel om uiteindelijk ook tot begrip te komen (Houtveen, 2018). Die vaardigheid wordt bij het lezen van losse woordjes niet geoefend en bij de DMT in geen geval getoetst.

Mijn advies is daarom: gebruik de DMT vooral om (in groep 3 en later bij zwakke lezers) de koppeling van klanken en het samenvoegen van die klanken tot woorden te toetsen (decodeervaardigheden). Vanaf groep 4 is het de bedoeling dat kinderen teksten in het juiste tempo, nauwkeurig en met de juiste intonatie leren lezen. Dat moet (vooral door het lezen van teksten) dan ook veelvuldig geoefend worden en in plaats van met de DMT met bijvoorbeeld een AVI-toets (voor hardop lezen) en/of een stilleestoets (voor stillezen) getoetst worden.

Auteur: Mirjam Snel (mei 2018)