Het effectief stimuleren van de leesmotivatie

 

Het is algemeen bekend, dat lezen een belangrijke voorwaarde is, om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij. Daarom is het van belang dat kinderen goed leren lezen. Om dat te bereiken, moeten kinderen vooral veel lezen. Leesmotivatie speelt daarbij een grote rol, want als kinderen lezen leuk vinden, maken ze veel leeskilometers en zullen ze de techniek van het lezen steeds beter onder de knie krijgen.

De vraag blijft natuurlijk, wat is leesmotivatie precies en op wat voor manier kan een leerkracht de leesmotivatie effectief stimuleren?

 

Leesmotivatie

Volgens Boersma, Mol en Jolles (2016) bestaat leesmotivatie uit drie verschillende aspecten: leeszelfconcept, leestaakwaardering en leesattitude. Het leeszelfconcept is het beeld dat een kind van zichzelf heeft gevormd over zijn eigen leesvaardigheden. Dit beeld is gebaseerd op eerdere ervaringen en wordt sterk beïnvloed door feedback van de omgeving. Leestaakwaardering is het belang dat een kind aan de taak hecht en of een kind de taak op zich plezierig vindt. De leesattitude tenslotte, is de houding die een kind heeft ten opzichte van lezen in het algemeen. Die houding is gebaseerd op eerdere leeservaringen, maar ook op verwachtingen van het resultaat van het lezen en de verwachtingen van anderen.

 

Effectieve leesmotivatie-interventies

Uit een meta-analyse van Van der Sande, Van Steensel en Arends (2016) blijkt dat het zinvol is om te investeren in de leesmotivatie van kinderen. Vooral zwakke lezers blijken hier bijzonder veel baat bij te hebben. Scholen voeren daarom ook verschillende lesactiviteiten uit om leerlingen aan het lezen te krijgen zoals bijvoorbeeld ‘mandjeslezen’, ‘boekenbingo’ en ‘ boekendate ’. Maar, niet iedere activiteit blijkt even effectief te zijn.

Om de leesmotivatie effectief te stimuleren zijn vier verschillende factoren van belang (Van der Sande e.a., 2016). Ten eerste is het belangrijk om een kind het vertrouwen in zijn eigen leesvaardigheid te geven. Dit kan een leerkracht bijvoorbeeld doen, door leerlingen teksten te laten lezen die passen bij het leesniveau van het kind, door te laten zien hoe leesstrategieën ingezet kunnen worden en door positieve feedback te geven. Ten tweede is het belangrijk dat leerlingen een goede reden hebben om te lezen. Dit kan een leerkracht bijvoorbeeld stimuleren door teksten aan te bieden die aansluiten bij de interesses van de leerlingen of juist door de belangstelling in het onderwerp van de tekst op te wekken. Ten derde kan ook het stimuleren van de autonomie leiden tot een hogere leesmotivatie. Leerkrachten kunnen leerlingen bijvoorbeeld zelf (uit een rijk boekenaanbod) een boek laten kiezen, om te gaan lezen. Tot slot kunnen leerkrachten de sociale motivatie van leerlingen bevorderen door hen te laten samenwerken of in de klas te praten over boeken.

 

Doelgerichte inzet om het zelfconcept, de taakwaardering en de attitude ten aanzien van het lezen te bevorderen zal naar verwachting de meeste vruchten afwerpen om de leesmotivatie te verhogen.

Mijn advies is dan ook om de lesactiviteiten te beoordelen basis van hun effectiviteit en om alleen die activiteiten in te zetten die daaraan voldoen. Activiteiten die wel leuk zijn, maar geen effect sorteren, moeten niet ingezet worden. Dat is zonde van de tijd, die tijd kan beter gebruikt worden om kinderen te laten lezen.

 

Al met al, het is hoopgevend om te weten dat leesmotivatie gestimuleerd kan worden in de klas. Want alleen als kinderen gemotiveerd zijn om te lezen, zullen zij met plezier de leeskilometers maken die nodig zijn om een goede lezer te worden.

Auteur: Mirjam Snel (februari, 2018)